Deze brochure is als bijbelcursus bedoeld. Hoe moet ze gebruikt worden? Wij doen de volgende suggestie: Iedere les begint met een aantal vragen. Tussen haakjes ziet u achter iedere vraag de paragraafnummers waar de antwoorden aangetroffen worden. Lees eerst de vragen door. Overdenk ze. Lees dan iedere paragraaf en zoek de teksten in uw bijbel op. Wanneer u klaar bent met een les, beschouw dan opnieuw de vragen en probeer u te herinneren welk antwoord de bijbel op iedere vraag gaf. Wanneer u de hele brochure hebt doorgewerkt, neem dan van het begin af alle vragen opnieuw door.Les 1
1 De bijbel is een kostbaar geschenk van God. Hij is te vergelijken met een brief van een liefdevolle vader aan zijn kinderen. Het boek vertelt ons de waarheid over God — wie hij is en wat zijn maatstaven zijn. Het legt uit hoe wij problemen kunnen opvangen en waar geluk kunnen vinden. Alleen de bijbel vertelt ons wat wij moeten doen om God te behagen. — Psalm 1:1-3; Jesaja 48:17, 18.
2 De bijbel is geschreven door zo’n veertig verschillende mannen, in de loop van een periode van 1600 jaar die begon in 1513 v.G.T. Hij bestaat uit 66 boekjes. Degenen die de bijbel schreven, werden door God geïnspireerd. Zij schreven zijn gedachten neer en niet die van henzelf. God in de hemel en niet enig mens op aarde is dus de Auteur van de bijbel. — 2 Timotheüs 3:16, 17; 2 Petrus 1:20, 21.
3 God heeft ervoor gezorgd dat de bijbel nauwkeurig werd afgeschreven en bewaard. Er zijn meer exemplaren van de bijbel gedrukt dan van enig ander boek. Niet iedereen zal er gelukkig mee zijn dat u een studie maakt van de bijbel, maar laat dat u niet tegenhouden. Uw eeuwige toekomst hangt ervan af of u ongeacht eventuele tegenstand God zult leren kennen en zijn wil zult doen. —Mattheüs 5:10-12; Johannes 17:3.Les 2
1 Mensen aanbidden vele dingen. Maar de bijbel vertelt ons dat er maar één WARE God is. Hij schiep alles in de hemel en op aarde. Omdat hij ons leven schonk, is hij de enige die wij behoren te aanbidden. — 1 Korinthiërs 8:5, 6; Openbaring 4:11.
2 God heeft vele titels maar slechts één naam. Die naam is JEHOVAH. In de meeste bijbels is Gods naam verwijderd en vervangen door de titels HERE of GOD. Maar toen de bijbel geschreven werd, kwam daar zo’n 7000 keer de naam Jehovah in te staan! — Exodus 3:15; Psalm 83:18.
3 Jehovah heeft een lichaam, maar het is anders dan het onze. "God is een Geest”, zegt de bijbel (Johannes 4:24). Een geest is een levensvorm die veel hoger is dan die van ons. Geen mens heeft ooit God gezien. Jehovah woont in de hemel, maar hij kan alles zien (Psalm 11:4, 5; Johannes 1:18). Wat is echter de heilige geest? Het is geen persoon zoals God. In plaats daarvan is het Gods werkzame kracht. —Psalm 104:30.
4 De bijbel onthult ons Jehovah’s persoonlijkheid. Uit dat boek blijkt dat zijn sublieme hoedanigheden liefde, gerechtigheid, wijsheid en kracht zijn (Deuteronomium 32:4; Job 12:13; Jesaja 40:26; 1 Johannes 4:8). De bijbel vertelt ons dat hij ook barmhartig, goed, vergevensgezind, edelmoedig en geduldig is. Als gehoorzame kinderen moeten wij proberen hem na te volgen. — Efeziërs 5:1, 2.
![]() Wij komen meer over God te weten door de schepping en uit de bijbel |
5 Moeten wij ons in onze aanbidding neerbuigen voor beelden, afbeeldingen of symbolen of daarvoor bidden? Nee! (Exodus 20:4, 5) Jehovah zegt dat wij alleen hem moeten aanbidden. Hij zal met niets of niemand zijn heerlijkheid delen. Beelden zijn niet bij machte ons te helpen. — Psalm 115:4-8; Jesaja 42:8.
6 Hoe kunnen wij God beter leren kennen? Eén manier is de dingen gade te slaan die hij geschapen heeft en diep na te denken over wat ze ons vertellen. Gods scheppingen laten ons zien dat hij grote kracht en wijsheid bezit. Wij zien zijn liefde in alles wat hij gemaakt heeft (Psalm 19:1-6; Romeinen 1:20). Een tweede manier waarop wij meer omtrent God kunnen vernemen, is de bijbel te bestuderen. Daarin vertelt hij ons veel meer over de soort van God die hij is. Hij vertelt ons ook over zijn voornemen en over wat hij wil dat wij doen. — Amos 3:7;2 Timotheüs 3:16, 17.Les 3
1 Jezus leefde in de hemel als een geestelijk wezen voordat hij naar de aarde kwam. Hij was Gods eerste schepping, en wordt dan ook de ’eerstgeboren’ Zoon van God genoemd (Kolossenzen 1:15;Openbaring 3:14). Jezus is de enige Zoon die door God zelf werd geschapen. Jehovah gebruikte de voormenselijke Jezus als zijn "meesterwerker” bij het scheppen van alle andere dingen in hemel en op aarde (Spreuken 8:22-31; Kolossenzen 1:16, 17). God gebruikte hem ook als Zijn voornaamste woordvoerder. Daarom wordt Jezus "het Woord” genoemd. — Johannes 1:1-3; Openbaring 19:13.
2 God zond Zijn Zoon naar de aarde door zijn leven over te brengen naar de schoot van Maria. Jezus had dus geen menselijke vader. Daarom erfde hij geen zonde of onvolmaaktheid. Er waren drie redenen waarom God Jezus naar de aarde zond: (1) Om ons de waarheid omtrent God te onderwijzen (Johannes 18:37), (2) om een volmaakte rechtschapenheid te bewaren, en zo een model te verschaffen dat wij kunnen volgen (1 Petrus 2:21), en (3) om zijn leven te offeren om ons te bevrijden van zonde en dood. Waarom was dit nodig? — Mattheüs 20:28.
3 Door Gods gebod ongehoorzaam te zijn had de eerste mens, Adam, bedreven wat de bijbel "zonde” noemt. God sprak daarom het doodvonnis over hem uit (Genesis 3:17-19). Hij voldeed niet meer aan Gods maatstaven, en hij was dan ook niet langer volmaakt. Langzaam werd hij oud en stierf hij. Adam gaf aan al zijn kinderen zonde door. Daarom worden ook wij oud, worden wij ziek en sterven wij. Hoe kon de mensheid gered worden? — Romeinen 3:23; 5:12.
4 Jezus was een volmaakt mens net als Adam. Maar anders dan Adam bleef Jezus zelfs onder de grootste beproeving God volmaakt gehoorzaam. Hij kon dan ook zijn volmaakte menselijke leven offeren om te betalen voor Adams zonde. Dit is wat de bijbel bedoelt met de "losprijs”. Adams kinderen konden zo bevrijd worden uit de veroordeling tot de dood. Allen die geloof stellen in Jezus, kunnen vergeving voor hun zonden krijgen en eeuwig leven ontvangen. — 1 Timotheüs 2:5, 6; Johannes 3:16; Romeinen 5:18, 19.
![]() |
|||
![]() Jezus’ bediening omvatte het geven van onderwijs, het verrichten van wonderen en zelfs het offeren van zijn leven ten behoeve van ons |
![]() |
5 Op aarde genas Jezus zieken, voedde hij hongerigen en bracht hij stormen tot bedaren. Hij wekte zelfs doden op. Waarom verrichtte hij wonderen? (1) Hij had medelijden met mensen die leden en wilde hen helpen. (2) Zijn wonderen bewezen dat hij Gods Zoon was. (3) Ze gaven een beeld van wat hij voor de gehoorzame mensheid zal doen wanneer hij als Koning over de aarde regeert. — Mattheüs 14:14; Markus 2:10-12;Johannes 5:28, 29.
6 Jezus stierf en werd door God opgewekt als een geestelijk wezen, en hij keerde naar de hemel terug (1 Petrus 3:18). Inmiddels heeft God hem Koning gemaakt. Spoedig zal Jezus deze aarde ontdoen van alle goddeloosheid en lijden. —Psalm 37:9-11; Spreuken 2:21, 22.Les 4
1 Het woord "duivel” betekent iemand die gemene leugens over een ander vertelt. "Satan” betekent vijand of tegenstander. Dit zijn aanduidingen voor Gods voornaamste vijand. Aanvankelijk was hij een volmaakte engel in de hemel bij God. Hij is echter later te veel van zichzelf gaan denken en wilde de aanbidding die God rechtens toekomt. — Mattheüs 4:8-10.
2 Deze engel, Satan, sprak door middel van een slang tot Eva. Door haar leugens te vertellen bracht hij haar ertoe God ongehoorzaam te zijn. Satan deed aldus een aanval op wat Gods "soevereiniteit”, of positie als Allerhoogste, wordt genoemd. Satan trok in twijfel of God wel regeert op een manier die respect verdient en in het beste belang van Zijn onderdanen is. Satan wierp bovendien de vraag op of ook maar één mens God trouw zou blijven. Door dit te doen maakte Satan zich tot Gods vijand. Zo kwam hij aan de benaming Satan de Duivel. — Genesis 3:1-5; Job 1:8-11; Openbaring 12:9.
3 Satan probeert mensen er door misleiding toe te brengen hem te aanbidden (2 Korinthiërs 11:3, 14). Eén manier waarop hij mensen bedriegt, is door valse religie. Als een religie leugens vertelt over God, dient ze in werkelijkheid Satans zaak (Johannes 8:44). Mensen die lidmaten van valse religies zijn, geloven misschien oprecht dat zij de ware God aanbidden. Maar in werkelijkheid dienen zij Satan. Hij is ’de god van deze wereld’. — 2 Korinthiërs 4:4.
![]() |
Valse religie, spiritisme en nationalisme misleiden mensen |
4Spiritisme is nog een manier waarop Satan mensen in zijn macht brengt. Zij roepen wellicht geesten aan om hen te beschermen, anderen te schaden, de toekomst te voorspellen of wonderen te verrichten. Satan is de boze kracht achter al deze praktijken. Om God te behagen moeten wij niets met spiritisme van doen hebben. — Deuteronomium 18:10-12; Handelingen 19:18, 19.
5 Satan misleidt mensen ook door rassewaan en door de aanbidding van politieke organisaties. Sommigen vinden dat hun natie of ras beter is. Maar dit is niet waar (Handelingen 10:34, 35). Andere mensen zien voor de oplossing van de problemen van de mens naar politieke organisaties op. Door dit te doen verwerpen zij Gods koninkrijk. Dat is de enige oplossing voor onze problemen. — Daniël 2:44.
![]() |
Weersta Satan door ermee voort te gaan kennis over Jehovah te verwerven |
6 Weer een andere manier waarop Satan mensen misleidt, is hen te verlokken met zondige verlangens. Jehovah zegt ons zondige praktijken te mijden omdat hij weet dat ze ons schade zullen berokkenen (Galaten 6:7, 8). Sommigen willen misschien dat u in zulke dingen met hen meedoet. Bedenk echter dat het in werkelijkheid Satan is die wil dat u dergelijke dingen doet. — 1 Korinthiërs 6:9, 10; 15:33.
7 Satan zou vervolging of tegenstand kunnen gebruiken om te bewerken dat u zich van Jehovah afkeert. Sommigen van degenen die u nastaan, kunnen erg ontstemd raken omdat u de bijbel bestudeert. Anderen zouden u kunnen bespotten. Maar aan wie hebt u uw leven te danken? Satan wil u vrees inboezemen zodat u ermee zult ophouden kennis over Jehovah te verwerven. Laat Satan niet de overwinning behalen! (Mattheüs 10:34-39; 1 Petrus 5:8, 9) Door de Duivel te weerstaan kunt u Jehovah gelukkig maken en tonen dat u Zijn soevereiniteit hoog houdt. — Spreuken 27:11Les 5
1 Jehovah schiep deze aarde opdat mensen er voor eeuwig op zouden kunnen leven. Hij wilde dat de aarde voor altijd bewoond zou worden door rechtvaardige, gelukkige mensen (Psalm 115:16; Jesaja 45:18). De aarde zal nooit vernietigd worden; ze zal eeuwig blijven bestaan. —Psalm 104:5; Prediker 1:4.
2 Voordat God de mens maakte, koos Hij een bepaald klein stuk van de aarde uit en maakte dat tot een prachtig paradijs. Hij noemde het de tuin van Eden. Hier plaatste hij de eerste man en vrouw, Adam en Eva. Het was Gods voornemen dat zij kinderen zouden krijgen en de hele aarde zouden vullen. Geleidelijk aan zouden zij de hele aarde tot een paradijs hebben gemaakt. — Genesis 1:28; 2:8, 15.
![]() |
Het paradijs verloren gegaan |
3 Adam en Eva zondigden door opzettelijk Gods wet te overtreden. Jehovah verwijderde hen dan ook uit de tuin van Eden. Het paradijs was verloren gegaan (Genesis 3:1-6, 23). Maar Jehovah is zijn voornemen met deze aarde niet vergeten. Hij belooft haar tot een paradijs te zullen maken waar mensen voor eeuwig zullen leven. Hoe zal hij dit bewerken? —Psalm 37:29.
4 Voordat deze aarde een paradijs kan worden, moeten goddeloze mensen verwijderd worden (Psalm 37:38). Dit zal gebeuren in Armageddon, Gods oorlog die een eind maakt aan goddeloosheid. Vervolgens zal Satan voor duizend jaar opgesloten worden. Dit betekent dat er geen goddelozen meer zullen zijn die de aarde kunnen bederven. Alleen Gods volk zal in leven blijven. — Openbaring 16:14, 16; 20:1-3.
5 Dan zal Jezus Christus duizend jaar als Koning over deze aarde regeren (Openbaring 20:6). Hij zal geleidelijk zonde uit onze geest en ons lichaam wegnemen. Wij zullen volmaakte mensen worden zoals Adam en Eva dat waren voordat zij zondigden. Dan zal er geen ziekte, ouderdom en dood meer zijn. Zieken zullen genezen worden, en oude mensen zullen weer jong worden. — Job 33:25; Jesaja 33:24;Openbaring 21:3, 4.
6 Gedurende Jezus’ duizendjarige regering zullen getrouwe mensen werken om de hele aarde in een paradijs te veranderen (Lukas 23:43). Ook zullen miljoenen doden een opstanding krijgen tot menselijk leven op aarde (Handelingen 24:15). Als zij doen wat God van hen verlangt, zullen zij voor altijd op aarde blijven leven. En anders zullen zij voor eeuwig vernietigd worden. — Johannes 5:28, 29; Openbaring 20:11-15.
7 Gods oorspronkelijke voornemen met de aarde zal aldus succes hebben. Zou u in deze toekomstige zegeningen willen delen? Zo ja, dan moet u kennis tot u blijven nemen over Jehovah, en zijn vereisten gehoorzamen. Vergaderingen in de plaatselijke Koninkrijkszaal van Jehovah’s Getuigen bijwonen, zal u daarbij helpen. — Jesaja 11:9;Hebreeën 10:24, 25.
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
Na Armageddon zal de aarde tot een paradijs worden gemaaktLes 6 Wat is Gods koninkrijk?
1 Toen Jezus op aarde was, leerde hij zijn volgelingen om Gods koninkrijk te bidden. Een koninkrijk is een regering met een koning aan het hoofd. Gods koninkrijk is een speciale regering. Dit koninkrijk is in de hemel opgericht en zal over deze aarde regeren. Het zal Gods naam heiligen, heilig maken. Het zal ervoor zorgen dat Gods wil op aarde geschiedt zoals dat in de hemel gebeurt. — Mattheüs 6:9, 10. ![]() 2 God beloofde dat Jezus de Koning zou worden van Zijn koninkrijk (Lukas 1:30-33). Toen Jezus op aarde was, bewees hij dat hij een goede, rechtvaardige en volmaakte Regeerder zou zijn. Toen hij naar de hemel terugkeerde, werd hij niet ogenblikkelijk als Koning van Gods koninkrijk geïnstalleerd (Hebreeën 10:12, 13). In 1914 gaf Jehovah Jezus de autoriteit die Hij hem beloofd had. Sindsdien regeert Jezus in de hemel als Jehovah’s aangestelde Koning. — Daniël 7:13, 14. 3 Jehovah heeft ook uit de aardse mensheid een aantal getrouwe mannen en vrouwen uitgekozen om naar de hemel te gaan. Zij zullen met Jezus als koningen, rechters en priesters over de mensheid regeren (Lukas 22:28-30; Openbaring 5:9, 10). Jezus noemde deze mederegeerders in zijn koninkrijk een "kleine kudde”. Hun aantal is 144.000. — Lukas 12:32; Openbaring 14:1-3. 4 Zodra Jezus Koning werd, wierp hij Satan en zijn goddeloze engelen uit de hemel en naar de omgeving van de aarde. Daarom zijn de toestanden hier op aarde sinds 1914 zo ellendig geworden (Openbaring 12:9, 12). Oorlogen, hongersnoden, pestilenties, toenemende wetteloosheid — het zijn allemaal onderdelen van een "teken” dat te kennen geeft dat Jezus regeert en dat dit samenstel zich in zijn laatste dagen bevindt. — Mattheüs 24:3, 7, 8, 12; Lukas 21:10, 11; 2 Timotheüs 3:1-5. 5 Spoedig zal Jezus mensen gaan oordelen, hen scheidend zoals een herder schapen van bokken scheidt. De "schapen” zijn degenen die zich zijn loyale onderdanen zullen hebben betoond. Zij zullen eeuwig leven op aarde ontvangen. De "bokken” zijn degenen die Gods koninkrijk zullen hebben verworpen (Mattheüs 25:31-34, 46). In de nabije toekomst zal Jezus alle met bokken te vergelijken mensen vernietigen (2 Thessalonicenzen 1:6-9). Als u een van Jezus’ "schapen” wilt zijn, moet u naar de Koninkrijksboodschap luisteren en handelen in overeenstemming met wat u te weten komt. — Mattheüs 24:14.
6 Nu is de aarde in veel landen verdeeld. Elk heeft zijn eigen regering. Deze naties bestrijden elkaar vaak. Maar Gods koninkrijk zal alle menselijke regeringen vervangen. Het zal als de enige regering over de hele aarde regeren (Daniël 2:44). Dan zal er geen oorlog, geen misdaad en geen geweld meer zijn. Alle mensen zullen in vrede en eenheid met elkaar leven. — Micha 4:3, 4. 7 Gedurende Jezus’ duizendjarige regering zullen getrouwe mensen volmaakt worden, en de hele aarde zal een paradijs worden. Aan het eind van de duizend jaar zal Jezus alles hebben gedaan wat God hem gevraagd had te doen. Dan zal hij het Koninkrijk weer aan zijn Vader overdragen (1 Korinthiërs 15:24). Waarom zou u niet uw vrienden en dierbaren vertellen wat Gods koninkrijk zal doen?Les 7 Dicht tot God naderen in gebed
1 Bidden is nederig spreken tot God. U moet geregeld tot God bidden. Op die manier kunt u zich met hem verbonden voelen als met een geliefde vriend. Jehovah is zo groot en machtig, en toch luistert hij naar onze gebeden! Bidt u geregeld tot God? — Psalm 65:2; 1 Thessalonicenzen 5:17. ![]() 2 Gebed maakt deel uit van onze aanbidding. Daarom dienen wijuitsluitend tot God te bidden, tot Jehovah. Toen Jezus op aarde was, bad hij altijd tot zijn Vader, niet tot iemand anders. Wij dienen hetzelfde te doen (Mattheüs 4:10; 6:9). Al onze gebeden moeten echter in de naam van Jezus opgezonden worden. Dit toont dat wij Jezus’ positie eerbiedigen en dat wij geloof stellen in zijn loskoopoffer. — Johannes 14:6; 1 Johannes 2:1, 2. 3 Wanneer wij bidden, moeten wij vanuit ons hart tot God spreken. Wij moeten geen gebeden uit het hoofd opzeggen of uit een gebedenboek oplezen (Mattheüs 6:7, 8). Wij kunnen bidden in elke van respect getuigende houding, op elk moment en op elke plaats. God kan zelfs stille gebeden horen die wij in ons hart tot hem richten (1 Samuël 1:12, 13). Het is goed om een rustige plek te kiezen waar geen andere mensen zijn en daar onze persoonlijke gebeden op te zenden. —Markus 1:35. 4 Over welke onderwerpen kunt u tot God bidden? Alles wat uw vriendschap met hem zou kunnen beïnvloeden (Filippenzen 4:6, 7). Het Modelgebed laat zien dat wij betreffende Jehovah’s naam en voornemen dienen te bidden. Wij kunnen ook vragen of in onze materiële behoeften voorzien mag worden, en vergeving vragen voor onze zonden en vragen om hulp teneinde verleiding te weerstaan (Mattheüs 6:9-13). Onze gebeden dienen niet zelfzuchtig te zijn. Wij behoren alleen te bidden om dingen die in harmonie zijn met Gods wil. — 1 Johannes 5:14. ![]() 5 U kunt bidden op welk moment maar ook dat uw hart u beweegt God te danken of te loven (1 Kronieken 29:10-13). U moet bidden wanneer u problemen hebt en uw geloof beproefd wordt (Psalm 55:22; 120:1). Het is juist om te bidden voordat u een maaltijd gebruikt (Mattheüs 14:19). Jehovah nodigt ons uit "bij elke gelegenheid” te bidden. —Efeziërs 6:18. 6 Wij moeten vooral bidden wanneer wij een ernstige zonde hebben begaan. Op zulke momenten dienen wij te smeken om Jehovah’s barmhartigheid en vergeving. Als wij hem onze zonden belijden en ons uiterste best doen er niet opnieuw in te vervallen, is God "vergevensgezind”. — Psalm 86:5; Spreuken 28:13. 7 Jehovah luistert alleen naar de gebeden van rechtvaardigen. Willen uw gebeden door God gehoord worden, dan moet u uw best doen naar zijn wetten te leven (Spreuken 15:29; 28:9). U moet nederig zijn wanneer u bidt (Lukas 18:9-14). U moet werken aan datgene waarom u in gebed vraagt. U zult op die manier bewijzen dat u geloof hebt en dat u echt meent wat u zegt. Alleen dan zal Jehovah uw gebeden verhoren. — Hebreeën 11:6.Les 8 Een gezinsleven dat God behaagt
1 De bijbel zegt dat een echtgenoot het hoofd van zijn gezin is (1 Korinthiërs 11:3). Een man mag slechts één vrouw hebben. Zij dienen naar behoren voor de wet getrouwd te zijn. — 1 Timotheüs 3:2;Titus 3:1. 2 Een man moet zijn vrouw liefhebben zoals hij zichzelf liefheeft. Hij moet haar behandelen op de manier waarop Jezus zijn volgelingen behandelt (Efeziërs 5:25, 28, 29). Hij dient zijn vrouw nooit te slaan of op de een of andere manier slecht te behandelen. Hij moet haar daarentegen eer en respect betonen. — Kolossenzen 3:19; 1 Petrus 3:7.
3 Een vader dient hard te werken om voor zijn gezin te zorgen. Hij moet voorzien in voedsel, kleding en huisvesting voor zijn vrouw en kinderen. Een vader moet ook voorzien in de geestelijke behoeften van zijn gezin (1 Timotheüs 5:8). Hij neemt de leiding als het erom gaat zijn gezin te helpen kennis omtrent God en Zijn voornemen te verwerven. —Deuteronomium 6:4-9; Efeziërs 6:4. 4 Een vrouw moet een goede helpster voor haar man zijn (Genesis 2:18). Zij behoort haar man bij te staan in het onderwijzen en opleiden van hun kinderen (Spreuken 1:8). Jehovah verlangt van een vrouw dat zij liefdevolle zorg voor haar gezin heeft (Spreuken 31:10, 15, 26, 27;Titus 2:4, 5). Zij dient diep respect voor haar man te hebben. —Efeziërs 5:22, 23, 33. 5 God verlangt van kinderen dat zij hun ouders gehoorzamen (Efeziërs 6:1-3). Hij verwacht dat ouders hun kinderen instrueren en corrigeren. Ouders moeten tijd met hun kinderen doorbrengen en de bijbel met hen bestuderen, zorgdragend voor hun geestelijke en emotionele behoeften (Deuteronomium 11:18, 19; Spreuken 22:6, 15). Ouders moeten hun kinderen nooit op een hardvochtige of wrede manier streng onderricht toedienen. — Kolossenzen 3:21.
6 Wanneer huwelijkspartners onderling problemen hebben, moeten zij proberen bijbelse raad toe te passen. De bijbel dringt er bij ons op aan liefde te betonen en vergevensgezind te zijn (Kolossenzen 3:12-14). Gods Woord moedigt niet aan tot uiteengaan als een middel om onbeduidende problemen op te lossen. Een vrouw kan echter besluiten haar man te verlaten als (1) hij halsstarrig weigert zijn gezin te onderhouden, (2) hij zo gewelddadig is dat haar gezondheid en leven in gevaar zijn of (3) zijn extreme tegenstand het haar onmogelijk maakt Jehovah te aanbidden. — 1 Korinthiërs 7:12, 13. 7 Huwelijkspartners moeten elkaar trouw zijn. Overspel is een zonde tegen God en tegen de partner (Hebreeën 13:4). Seksuele betrekkingen buiten het huwelijk vormen de enige schriftuurlijke grond voor een echtscheiding die de vrijheid biedt om te hertrouwen (Mattheüs 19:6-9; Romeinen 7:2, 3). Jehovah haat het wanneer mensen scheiden zonder schriftuurlijke gronden en een ander trouwen. — Maleachi 2:14-16.Les 9 Gods dienaren moeten rein zijn
1 Jehovah God is rein en heilig. Hij verwacht van zijn aanbidders dat zij rein blijven — geestelijk, moreel, mentaal en fysiek (1 Petrus 1:16). Het kost werkelijk moeite om rein te blijven in Gods ogen. Wij leven in een onreine wereld. Wij hebben ook te strijden tegen onze eigen neigingen om het verkeerde te doen. Maar wij moeten het niet opgeven. ![]() 2Geestelijke reinheid: Als wij Jehovah willen dienen, kunnen wij niet vasthouden aan leerstellingen of gewoonten van valse religie. Wij moeten de valse religie verlaten en op geen enkele manier ondersteunen (2 Korinthiërs 6:14-18; Openbaring 18:4). Wanneer wij eenmaal de waarheid omtrent God hebben geleerd, moeten wij oppassen dat wij ons niet laten misleiden door mensen die onwaarheid onderwijzen. — 2 Johannes 10, 11. 3Morele reinheid: Jehovah wil dat zijn aanbidders zich altijd als ware christenen gedragen (1 Petrus 2:12). Hij ziet alles wat wij doen, zelfs wat wij heimelijk doen (Hebreeën 4:13). Wij dienen seksuele immoraliteit en andere onreine praktijken van deze wereld te vermijden. — 1 Korinthiërs 6:9-11. 4Mentale reinheid: Als wij onze geest vullen met reine, zuivere gedachten, zal ons gedrag ook rein zijn (Filippenzen 4:8). Maar als wij blijven stilstaan bij onreine dingen, zal het resulteren in goddeloze daden (Mattheüs 15:18-20). Wij moeten vormen van amusement mijden die onze geest zouden kunnen verontreinigen. Wij kunnen onze geest vullen met reine gedachten door Gods Woord te bestuderen. 5Fysieke reinheid: Omdat christenen God vertegenwoordigen, moeten zij hun lichaam en kleding rein houden. Wij moeten onze handen wassen als wij van het toilet gebruik hebben gemaakt, en wij moeten ze wassen voordat wij gaan eten of voedsel bereiden. Als u geen aansluiting op een riolering of een gelijkwaardige voorziening hebt, moet ontlasting begraven worden (Deuteronomium 23:12, 13). Fysiek rein blijven draagt bij tot een goede gezondheid. Het huis van een christen moet zowel van binnen als van buiten netjes en schoon zijn. Het moet in de buurt opvallen als een goed voorbeeld. 6Reine spraak: Gods dienstknechten moeten altijd de waarheid spreken. Leugenaars zullen Gods koninkrijk niet binnengaan (Efeziërs 4:25; Openbaring 21:8). Christenen gebruiken geen grove taal. Zij luisteren niet naar smerige moppen en onfrisse verhalen en vertellen zelf niet dat soort dingen. Door hun reine spraak vallen zij op hun werk of op school en in de buurt op als mensen die anders zijn. — Efeziërs 4:29, 31; 5:3.
|