Leven

A. Gehoorzame mensheid wordt eeuwig leven verzekerd

 

God, die niet liegen kan, heeft het beloofd.

 

(Titus 1:2) op basis van hoop op het eeuwige leven, dat God, die niet liegen kan, vóór ver in het verleden liggende tijden heeft beloofd,
(Johannes 10:27-28) Mijn schapen luisteren naar mijn stem, en ik ken ze, en zij volgen mij. 28 En ik geef hun eeuwig leven, en zij zullen stellig nooit worden vernietigd, en niemand zal ze uit mijn hand rukken.
 
Eeuwig leven verzekerd voor wie geloof oefenen.

 

(Johannes 11:25-26) Jezus zei tot haar: „Ik ben de opstanding en het leven. Wie geloof oefent in mij, zal, ook al sterft hij, tot leven komen; 26 en een ieder die leeft en geloof oefent in mij, zal stellig nooit sterven. Gelooft gij dit?”
 
Dood zal vernietigd worden.

 

(1 Korinthiërs 15:26) Als laatste vijand wordt de dood tenietgedaan.
(Openbaring 21:4) En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.”
(Openbaring 20:14) En de dood en Hades werden in het meer van vuur geslingerd. Dit betekent de tweede dood: het meer van vuur.
(Jesaja 25:8) Hij zal werkelijk de dood voor eeuwig verzwelgen, en de Soevereine Heer Jehovah zal stellig de tranen van alle aangezichten wissen. En de smaad van zijn volk zal hij van de gehele aarde wegnemen, want Jehovah zelf heeft [het] gesproken.
 
B. Hemels leven tot leden van Christus’ lichaam beperkt

 

God kiest leden zoals het hem behaagt.

 

(Mattheüs 20:23) Hij zei tot hen: „Mijn beker zult GIJ inderdaad drinken, maar dit zitten aan mijn rechter- en aan mijn linkerhand staat niet aan mij te geven, doch behoort aan hen toe voor wie mijn Vader het heeft bereid.”
(1 Korinthiërs 12:18) Maar nu heeft God de leden in het lichaam geplaatst, elk daarvan, zoals het hem heeft behaagd.
 
Slechts  144.000 van de aarde genomen.

 

(Openbaring 14:1) En ik zag, en zie! het Lam stond op de berg Sion, en met hem honderd vierenveertig duizend, die zijn naam en de naam van zijn Vader op hun voorhoofd geschreven droegen.
(Openbaring 14:4) Dezen zijn het die zich niet met vrouwen hebben bevlekt; ja, zij zijn maagden. Dezen zijn het die het Lam blijven volgen waarheen hij ook gaat. Dezen werden uit het midden van de mensen gekocht als eerstelingen voor God en voor het Lam,
(Openbaring 7:2-4) En ik zag een andere engel opstijgen van de opgang der zon, die een zegel van [de] levende God had; en hij riep met een luide stem tot de vier engelen aan wie het gegeven was schade toe te brengen aan de aarde en de zee, 3 en hij zei: „Brengt geen schade toe aan de aarde noch aan de zee noch aan de bomen tot nadat wij de slaven van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.” 4 En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld werden, honderd vierenveertig duizend, verzegeld uit elke stam van de zonen van Israël:
(Openbaring 5:9-10) En zij zingen een nieuw lied en zeggen: „Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen, want gij werdt geslacht en gij hebt met uw bloed uit elke stam en taal en elk volk en elke natie personen voor God gekocht, 10 en gij hebt hen gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters voor onze God, en zij zullen als koningen over de aarde regeren.”
 
Zelfs Johannes de doper komt niet in hemelse koninkrijk.

 

(Mattheüs 11:11) Voorwaar, ik zeg U: Onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is er geen grotere verwekt dan Johannes de Doper; maar wie een mindere is in het koninkrijk der hemelen, is groter dan hij.
 
C. Aan onbeperkt aantal aards leven beloofd, “andere schapen”

 

Beperkt aantal met Jezus in hemel.

 

(Openbaring 14:1) En ik zag, en zie! het Lam stond op de berg Sion, en met hem honderd vierenveertig duizend, die zijn naam en de naam van zijn Vader op hun voorhoofd geschreven droegen.
(Openbaring 14:4) Dezen zijn het die zich niet met vrouwen hebben bevlekt; ja, zij zijn maagden. Dezen zijn het die het Lam blijven volgen waarheen hij ook gaat. Dezen werden uit het midden van de mensen gekocht als eerstelingen voor God en voor het Lam,
(Openbaring 7:2-4) En ik zag een andere engel opstijgen van de opgang der zon, die een zegel van [de] levende God had; en hij riep met een luide stem tot de vier engelen aan wie het gegeven was schade toe te brengen aan de aarde en de zee, 3 en hij zei: „Brengt geen schade toe aan de aarde noch aan de zee noch aan de bomen tot nadat wij de slaven van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.” 4 En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld werden, honderd vierenveertig duizend, verzegeld uit elke stam van de zonen van Israël:
 
“andere schapen” niet Christus broeders.

 

(Johannes 10:16) En ik heb nog andere schapen, die niet van deze kooi zijn; ook die moet ik brengen, en zij zullen naar mijn stem luisteren, en zij zullen één kudde, één herder worden.
(Mattheüs 25:32) En alle natiën zullen vóór hem vergaderd worden, en hij zal de mensen van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen van de bokken scheidt.
(Mattheüs 25:40) En de koning zal hun ten antwoord geven: ’Voorwaar, ik zeg U: Voor zover GIJ het voor een van de geringsten van deze broeders van mij hebt gedaan, hebt GIJ het voor mij gedaan.’
 
Velen nu vergaderd  om op aarde te blijven leven.

 

(Openbaring 7:9) Na deze dingen zag ik, en zie! een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natiën en stammen en volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam, gehuld in lange witte gewaden, en er waren palmtakken in hun handen.
(Openbaring 7:15-17) Daarom zijn zij voor de troon van God; en zij verrichten dag en nacht heilige dienst voor hem in zijn tempel; en Degene die op de troon is gezeten, zal zijn tent over hen uitspreiden. 16 Zij zullen geen honger of dorst meer lijden, ook zal de zon hen niet fel beschijnen noch enige verschroeiende hitte [hen treffen], 17 want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen naar bronnen van wateren des levens leiden. En God zal elke traan uit hun ogen wegwissen.”
 
Anderen staan op tot leven op aarde.

 

(Openbaring 20:12) En ik zag de doden, de groten en de kleinen, voor de troon staan, en er werden boekrollen geopend. Maar er werd een andere boekrol geopend; het is de boekrol des levens. En de doden werden geoordeeld op grond van de dingen die in de boekrollen geschreven stonden, overeenkomstig hun daden.
(Openbaring 21:4) En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.”

 

Losprijs

Doorzoek de website

© 2014 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode