(Handelingen17:24-25)De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat daarin is, Hij die Heer is van hemel en aarde, woont niet in door handen gemaakte tempels 25 en wordt ook niet door mensenhanden verzorgd, alsof hij iets nodig had, daar hij zelf aan allen leven en adem en alle dingen geeft.
(Handelingen7:48)Niettemin woont de Allerhoogste niet in huizen die met handen zijn gemaakt, zoals de profeet zegt:
Ware kerk is geestelijke tempel van levende stenen.
(1Petrus2:5-6) wordt ook GIJZELF als levende stenen opgebouwd tot een geestelijk huis om een heilige priesterschap te vormen, ten einde geestelijke slachtoffers te brengen, aanvaardbaar voor God door bemiddeling van Jezus Christus. 6 Want in de Schrift is vervat: „Ziet! Ik leg in Sion een steen, uitverkoren, een fundament-hoeksteen, kostbaar; en wie er geloof in oefent, zal geenszins teleurgesteld worden.”
(Efeziërs2:20)en GIJ zijt opgebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de fundament-hoeksteen is.
God moet aanbeden worden met geest en waarheid.
(Johannes4:24)God is een Geest, en wie hem aanbidden, moeten [hem] met geest en waarheid aanbidden.”
B. kerk niet op Petrus gebouwd
Jezus zei niet dat de kerk op Petrus gebouwd.
(Mattheüs16:18)Ook zeg ik u: Gij zijt Petrus, en op deze rots zal ik mijn gemeente bouwen, en de poorten van Hades zullen haar niet overweldigen.
Jezus geïdentificeerd als “rosts”.
(1Korinthiërs10:4)en allen dronken dezelfde geestelijke drank. Want zij plachten te drinken uit de geestelijke rots die hen volgde, en die rots betekende de Christus.
Petrus identificeerde Jezus als fundament.
(1Petrus2:4)Komend tot hem als tot een levende steen, door de mensen weliswaar verworpen, maar uitverkoren, kostbaar, bij God,
(1 Petrus 2:6-8)Want in de Schrift is vervat: „Ziet! Ik leg in Sion een steen, uitverkoren, een fundament-hoeksteen, kostbaar; en wie er geloof in oefent, zal geenszins teleurgesteld worden.” 7 Voor U is hij daarom kostbaar, omdat GIJ gelovigen zijt; maar voor wie niet geloven, „is dezelfde steen die de bouwlieden verworpen hebben, [het] hoofd van [de] hoek geworden”, 8 en „een steen der struikeling en een rots des aanstoots”. Dezen struikelen omdat zij het woord ongehoorzaam zijn. Daartoe waren zij ook bestemd.
(Handelingen4:8-12) Toen zei Petrus, vervuld met heilige geest, tot hen: „Regeerders van het volk en oudere mannen, 9 indien wij vandaag op grond van een goede daad aan een ziekelijk mens bewezen, erover worden ondervraagd door wie hij beter is gemaakt, 10 dan zij het U allen en het gehele volk van Israël bekend dat in de naam van Jezus Christus, de Nazarener, die GIJ aan een paal hebt gehangen, maar die door God uit de doden is opgewekt, ja, door hem deze man hier gezond voor U staat. 11 Dit is ’de steen die door U, bouwlieden, werd behandeld alsof hij van geen belang was, die het hoofd van de hoek is geworden’. 12 Bovendien is er in niemand anders redding, want er is onder de hemel geen andere naam die onder de mensen is gegeven waardoor wij gered moeten worden.”