goddeloosheid en wereld weeën

A. Wie voor wereldweeën verrantwoordelijk is
 
Goddeloze heerschappij oorzaak huidige slechte tijden.

 

(Spreuken 29:2) Wanneer de rechtvaardigen vele worden, verheugt zich het volk; maar wanneer een goddeloze heerst, zucht het volk.
(Spreuken 28:28) Wanneer de goddelozen opkomen, verbergt een mens zich; maar wanneer zij omkomen, worden de rechtvaardigen vele.
 
Heerser  der wereld vijand van  God.

 

(2 Korinthiërs 4:4) onder wie de god van dit samenstel van dingen de geest van de ongelovigen heeft verblind opdat het verlichtende licht van het glorierijke goede nieuws over de Christus, die het beeld van God is, niet zou doorschijnen.
(1 Johannes 5:19) Wij weten dat wij uit God voortspruiten, maar de gehele wereld ligt in de [macht van de] goddeloze.
(Johannes 12:31) Nu wordt er een oordeel aan deze wereld voltrokken; nu zal de heerser van deze wereld worden buitengeworpen.
 
Duivel veroorzaakt weeën tijd kort.

 

(Openbaring 12:9) Neergeslingerd werd daarom de grote draak, de oorspronkelijke slang, die Duivel en Satan wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt; neergeslingerd werd hij naar de aarde, en zijn engelen werden met hem neergeslingerd.
(Openbaring 12:12) Weest hierom vrolijk, GIJ hemelen en GIJ die daarin verblijft! Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot U neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.”
 
Duivel geboden glorierijke vrede volgt.

 

(Openbaring 20:1-3) En ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de afgrond en een grote keten in zijn hand. 2 En hij greep de draak, de oorspronkelijke slang, die de Duivel en Satan is, en bond hem voor duizend jaar. 3 En hij slingerde hem in de afgrond en sloot en verzegelde [die] boven hem, opdat hij de natiën niet meer zou misleiden totdat de duizend jaar geëindigd waren. Na deze dingen moet hij voor een korte tijd worden losgelaten.
(Openbaring 21:3-4) Toen hoorde ik een luide stem, afkomstig van de troon, zeggen: „Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. 4 En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.”
 
B. Waarom goddeloosheid toelaten
 
Duivel betwistte trouw van schepselen aan God.

 

(Job 1:11-12) Maar steek voor de verandering alstublieft uw hand eens uit en tast alles aan wat hij heeft [en zie eens] of hij u niet recht in uw gezicht zal vervloeken.” 12 Bijgevolg zei Jehovah tot Satan: „Zie! Al wat hij heeft, is in uw hand. Steek uw hand alleen niet tegen hemzelf uit!” Satan dan ging van de persoon van Jehovah heen.
 
Getrouwen gelegenheid loyaliteit te bewijzen.

 

(Romeinen 9:17) Want de Schrift zegt tot Farao: „Hiertoe juist heb ik u laten bestaan, opdat ik in verband met u mijn kracht kan tonen, en opdat mijn naam over de gehele aarde wordt bekendgemaakt.”
(Spreuken 27:11) Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont.
 
Duivel bleek leugenaar, strijdvraag moet beslecht.

 

(Johannes 12:31) Nu wordt er een oordeel aan deze wereld voltrokken; nu zal de heerser van deze wereld worden buitengeworpen.
 
Getrouwen beloont met eeuwig leven.

 

(Romeinen 2:6-7) En hij zal een ieder vergelden naar zijn werken: 7 eeuwig leven aan hen die door volharding in werk dat goed is, heerlijkheid en eer en onverderfelijkheid zoeken;
(Openbaring 21:3-5) Toen hoorde ik een luide stem, afkomstig van de troon, zeggen: „Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. 4 En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” 5 En Degene die op de troon was gezeten, zei: „Zie! Ik maak alle dingen nieuw.” Ook zegt hij: „Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig.”
 
C. Duur van tijd van het einde barmhartigheid verlengd
 
Waarschuwingstijd nodig als in Noahs dagen.

 

(Mattheüs 24:14) En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.
(Mattheüs 24:37-39) Want net zoals de dagen van Noach waren, zo zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn. 38 Want zoals zij in die dagen vóór de vloed waren, zij aten en zij dronken, mannen huwden en vrouwen werden ten huwelijk gegeven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging, 39 en zij sloegen er geen acht op totdat de vloed kwam en hen allen wegvaagde, zo zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn.
 
God niet traag, maar barmhartig.

 

(2 Petrus 3:9) Jehovah is niet traag ten aanzien van zijn belofte, zoals sommigen traagheid beschouwen, maar hij is geduldig met U, omdat hij niet wenst dat er iemand vernietigd wordt, maar wenst dat allen tot berouw geraken.
(Jesaja 30:18) En daarom zal Jehovah er vol verwachting naar blijven uitzien U gunst te betonen, en daarom zal hij opstaan om U barmhartigheid te betonen. Want Jehovah is een God des gerichts. Gelukkig zijn allen die hem blijven verwachten.
 
Bijbel helpt overrompeling te mijden.

 

(Lukas 21:36) Blijft dan wakker, te allen tijde smekend dat GIJ erin moogt slagen te ontkomen aan al deze dingen die stellig gaan geschieden, en te staan voor het aangezicht van de Zoon des mensen.”
(1 Thessalonicenzen 5:4) Maar GIJ, broeders, GIJ zijt niet in duisternis, zodat die dag U zo zou overvallen gelijk hij dieven zou [overvallen],
 
Zoek nu Gods voorziening voor bescherming.

 

(Jesaja 2:2-4) En het moet geschieden in het laatst der dagen [dat] de berg van het huis van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen, en hij zal stellig verheven worden boven de heuvels; en daarheen moeten alle natiën stromen. 3 En vele volken zullen stellig heengaan en zeggen: „Komt, en laten wij opgaan naar de berg van Jehovah, naar het huis van de God van Jakob; en hij zal ons onderrichten omtrent zijn wegen, en wij willen zijn paden bewandelen.” Want uit Sion zal [de] wet uitgaan, en het woord van Jehovah uit Jeruzalem. 4 En hij zal stellig rechtspreken onder de natiën en de zaken rechtzetten met betrekking tot vele volken. En zij zullen hun zwaarden tot ploegscharen moeten smeden en hun speren tot snoeimessen. Natie zal tegen natie geen zwaard opheffen, ook zullen zij de oorlog niet meer leren.
(Zefanja 2:3) zoekt Jehovah, al GIJ zachtmoedigen der aarde, die Zíjn rechterlijke beslissing hebt volbracht. Zoekt rechtvaardigheid, zoekt zachtmoedigheid. Wellicht zult GIJ verborgen worden op de dag van Jehovah’s toorn.
 
D.  oplossing voor wereldweeën niet van mensen
 
Mensen zeer bevreesd.

 

(Lukas 21:25-26) Ook zullen er tekenen zijn in zon en maan en sterren, en op de aarde radeloze angst der natiën, die vanwege het gebulder der zee en [haar] onstuimigheid geen uitweg weten, 26 terwijl de mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen; want de krachten der hemelen zullen worden geschokt.
(2 Timotheüs 3:1-5) Maar weet dit, dat er in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen. 2 Want de mensen zullen zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, [zullen] aanmatigend [zijn], hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar, deloyaal, 3 zonder natuurlijke genegenheid, niet ontvankelijk voor enige overeenkomst, kwaadsprekers, zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede, 4 verraders, onbezonnen, opgeblazen [van trots], met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God, 5 die een vorm van godvruchtige toewijding hebben, maar de kracht ervan niet blijken te bezitten; en keer u af van dezen.
 
Gods koninkrijk zal slagen, mensen niet.

 

(Daniël 2:44) En in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan,
(Mattheüs 6:10) Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde.
 
Smeek nu om vrede met  koning om te leven. 

 

(Psalm 2:9) Gij zult ze breken met een ijzeren scepter, Alsof ze een pottenbakkersvat waren, zult gij ze stukslaan.”
(Psalm 2:11-12) Dient Jehovah met vrees En weest blij met beving. 12 Kust de zoon, opdat Hij niet vertoornd wordt En GIJ niet [van] de weg vergaat, Want zijn toorn ontvlamt licht. Gelukkig zijn allen die hun toevlucht tot hem nemen.

 

hel (hades, sejool)

   

Doorzoek de website

© 2014 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode