Doop

A. Een christelijk vereiste

 

Jezus gaf voorbeeld.

 

(Mattheüs 3:13-15) Toen kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes om door hem gedoopt te worden. 14 Maar deze trachtte hem dit te beletten door te zeggen: „Ik moet door u gedoopt worden, en gij komt tot mij?” 15 Jezus gaf hem ten antwoord: „Laat het deze keer zo zijn, want aldus past het ons alles wat rechtvaardig is te volbrengen.” Toen belette hij het hem niet langer.
(Hebreeën 10:7) Toen zei ik: ’Zie! Ik ben gekomen (in de boekrol staat over mij geschreven) om uw wil te doen, o God.’”
 
Symbool van verloochening of opdracht.

 

(Mattheüs 16:24) Toen zei Jezus tot zijn discipelen: „Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen en zijn martelpaal opnemen en mij voortdurend volgen.
(1 Petrus 3:21) Ook nu wordt GIJ gered door dat wat hiermee overeenkomt, namelijk de doop (niet het wegdoen van de vuiligheid van het vlees, maar het verzoek aan God om een goed geweten), krachtens de opstanding van Jezus Christus.
 
Alleen voor wie oud genoeg is voor onderwijs.
 
(Mattheüs 28:19-20) Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, 20 en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb. En ziet! ik ben met U alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.”
(Handelingen 2:41) Zij dan die zijn woord van harte aanvaardden, werden gedoopt, en er werden op die dag ongeveer drieduizend zielen toegevoegd.
 
Juiste manier onderdompeling in water.
 
(Handelingen 8:38-39) Toen gebood hij de wagen te doen stilhouden, en beiden, zowel Filippus als de eunuch, daalden af in het water, en hij doopte hem. 39 Toen zij uit het water omhooggekomen waren, voerde Jehovah’s geest Filippus vlug weg, en de eunuch zag hem niet meer, want hij vervolgde zijn weg met blijdschap.
(Johannes 3:23) Maar Johannes doopte ook, in Enon bij Salim, omdat daar een grote hoeveelheid water was, en er bleven mensen komen, die werden gedoopt;
 
B. Wast geen zonde af
 
Jezus werd niet gedoopt om zonde af te wassen.
 
(1 Petrus 2:22) Hij heeft geen zonde begaan, noch werd er bedrog in zijn mond gevonden.
(1 Petrus 3:18) Immers, ook Christus is eens voor altijd gestorven betreffende zonden, een rechtvaardige voor onrechtvaardigen, om U tot God te leiden, [hij,] die ter dood gebracht werd in het vlees, maar levend gemaakt in de geest.
 
Jezus’ bloed wast zonden af.

 

(1 Johannes 1:7) Indien wij echter in het licht wandelen zoals hij zelf in het licht is, dan hebben wij deel met elkaar, en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.

 

Drieeenheid

Doorzoek de website

© 2014 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode